Vanaf wanneer wordt de AOV verplicht?
Vanaf 1 januari 2027 wordt het voor zelfstandig ondernemers verplicht om zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Deze nieuwe wetgeving, onderdeel van het pensioenakkoord, betekent dat alle zzp’ers en freelancers onder een standaard arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) van het UWV zullen vallen. Hoewel deze ingangsdatum nog niet definitief vaststaat, kunnen ondernemers zich voorbereiden op de invoering en zich alvast oriënteren op de mogelijkheden die aansluiten bij hun specifieke behoeften.
Voor wie wordt de AOV verplicht?
De verplichte AOV is voor alle zelfstandige ondernemers die winst uit de onderneming hebben (IB-ondernemers). DGA’s vallen niet onder deze verplichting.
Waarom wordt de Arbeidsongeschiktheidsverzekering veplicht?
In het kort is de verplichte AOV een reactie van de overheid op het hoge aantal zelfstandigen zonder verzekering, wat een risico vormt voor zowel de zelfstandigen zelf als voor de samenleving.
De verplichting van de (AOV) is er gekomen door een combinatie van redenen.
Ten eerste wil de overheid zelfstandigen beter beschermen tegen het verlies van inkomen door arbeidsongeschiktheid. Momenteel verzekert een groot deel van de zzp’ers zich niet, vaak vanwege de hoge kosten, wat hen kwetsbaar maakt voor financiële problemen als ze door ziekte of een ongeval tijdelijk of permanent niet kunnen werken. Een verplichte AOV zorgt ervoor dat deze groep niet afhankelijk hoeft te zijn van spaargeld of bijstandsvoorzieningen in geval van inkomensverlies.
Daarnaast speelt de verplichte AOV in op het gelijktrekken van de concurrentie tussen zzp’ers en werknemers in loondienst. Op dit moment kunnen onverzekerde zelfstandigen hun tarieven lager houden omdat ze geen premie hoeven te betalen, wat volgens de overheid en vakbonden leidt tot oneerlijke concurrentie. Met de AOV-verplichting betalen zelfstandigen voortaan premie, net als werknemers, waardoor de verschillen tussen beide groepen kleiner worden.
Ten slotte wordt met de verzekeringsplicht het financiële risico voor de samenleving verkleind. Zonder verzekering kunnen zelfstandigen die in financiële problemen raken sneller een beroep moeten doen op de bijstand, wat een belasting vormt op de algemene middelen. De verplichte AOV kan op deze manier ook bijdragen aan de stabiliteit van de sociale voorzieningen.
Wat gaat deze verplichte AOV kosten?
De kosten van de verplichte (AOV) zullen naar verluid gemiddeld op de €225 euro per maand liggen. Met deze premie kun je een jaarinkomen tot € 40.000 verzekeren. Een belangrijk voordeel is dat de premie fiscaal aftrekbaar is, wat kan helpen om de kosten te verlagen.
Let wel op: Je kunt er vaak voor kiezen of je de premie als aftrekpost gebruikt. Wanneer je dit doet zal het inkomen van de uitkering ook belast worden. Wanneer je hem niet als aftrekpost gebruikt, zal de uitkering niet belast worden. Hoe dit precies zit met de verplichte AOV is nog onduidelijk.
De uiteindelijke hoogte van de premie hangen sterk af van verschillende factoren, zoals de persoonlijke situatie en de gekozen dekking. Leeftijd en het soort beroep spelen een grote rol; mensen met zwaardere beroepen lopen meer risico op arbeidsongeschiktheid, wat kan resulteren in een hogere premie.
Volgens voormalig minister Karien van Gennip wordt de premie voor de verplichte AOV gemiddeld geschat op 6,5% van het inkomen, en het UWV zal verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en re-integratie. De Belastingdienst incasseert de premie. De uitkering bij arbeidsongeschiktheid bedraagt maximaal ongeveer € 1.935 bruto per maand, wat gelijkstaat aan het wettelijk minimumloon. De standaard wachttijd voordat je een uitkering kunt ontvangen is één jaar.
Is 2027 wel haalbaar?
De Belastingdienst en het UWV vinden van niet. Ze noemen het plan ‘niet uitvoerbaar’, aldus de uitkomsten van de uitvoeringstoesten op het wetsvoorstel BAZ (Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid voor Zelfstandigen). Het wetsvoorstel zou te complex zijn en er zouden flinke capaciteitsproblemen zijn. Zo stelt het UWV dat invoering “in ieder geval niet mogelijk is vóór 1 januari 2030”. De premie zal volgens het wetsvoorstel worden geheven over de winst uit onderneming. Daadwerkelijke definitieve winsten kunnen vast worden vastgesteld na een definitieve aanslag, wat wel 1.5 tot 5 jaar later kan plaatsvinden.
Wij houden je via deze pagina op de hoogte van eventuele ontwikkelingen.
Bekijk hier alle 500+ openstaande opdrachten bij de overheid (ZZP & deta) en reageer direct!
Wij houden je ook op de hoogte via onze nieuwsbrief en LinkedIn pagina.